Justitie eist straffen voor overvallers in Mijdrecht en Wilnis

Mijdrecht/Wilnis - De Utrechtse officier van justitie heeft dinsdag vier jaar gevangenisstraf, waarvan een jaar voorwaardelijk, geëist tegen de 18-jarige M.M. uit Mijdrecht. De man zou de ‘kwade genius' zijn achter een golf overvallen op woningen in Mijdrecht en Wilnis in de nacht van 17 op 18 april.

Tegen twee medeverdachten, de 18-jarige Mijdrechter G.P. en de 19-jarige S.T. uit IJsselstein, eiste officier van justitie A. Bijleveld voor de meervoudige strafkamer drie jaar celstraf, waarvan een jaar voorwaardelijk. ,,Als bij deze mensen voortaan de deurbel gaat, dan zullen ze zich wel drie keer bedenken voor ze zomaar de deur openen'', benadrukte Bijleveld de impact van de overvallen op de slachtoffers.

P. en T. pleegden de eerste overval rond half twaalf bij een woning aan de Tweede Zijweg in Mijdrecht. Nadat de bejaarde bewoner de deur na hun aanbellen had geopend, dwongen ze hem onder bedreiging van een mes om 60 euro en sieraden af te staan. Niet veel later sloegen ze opnieuw toe bij een woning aan Hofland. Ook daar drongen ze binnen, maar ze sloegen zonder buit op de vlucht toen de bewoonster haar man om hulp riep.

Terwijl de gealarmeerde politie naar de overvallers zocht, sloegen de verdachten omstreeks een uur 's nachts opnieuw toe in Wilnis. Een bewoner van de Herenweg kreeg pepperspray in het gezicht gespoten, maar hij kon desondanks de deur weer dichtduwen. In de tussentijd zouden de verdachten ook bij diverse andere woningen hebben aangebeld, maar daar deden de bewoners niet open.

Uiteindelijk hield de politie de drie verdachten in Mijdrecht aan en vond een deel van de buit van de eerste overval onder een bosje in een tuin terug. De agenten arresteerden in de buurt ook nog twee andere personen, maar zij bleken later niks met de overvalgolf van doen te hebben.

Volgens P. en T., die elkaar van school kenden, wilden ze aanvankelijk een inbraak plegen, maar kwam M. uiteindelijk met het plan voor de overvallen op de proppen. Hij zou voor handschoenen, het mes en de pepperspray hebben gezorgd, en de woningen hebben uitgekozen. Tijdens de overvallen zou hij buiten hebben staan wachten en hij zou de buit bij zich hebben gedragen.

De Mijdrechter hield echter vol dat hij niets met de overvallen te maken had. De man gaf toe dat hij P. en T. tussen de diverse overvallen telkens op straat tegen het lijf was gelopen, maar dat was in zijn ogen puur toeval. Hij zou heen en weer zijn gelopen van de woning van zijn ouders naar het huis van zijn broer om daar een blowtje te roken en een videofilm te kijken. M. kon niet verklaren waarom zijn medeverdachten hem erbij probeerden te lappen. ,,Ik kan niet in hun hoofd kijken.''

Bijleveld vond echter dat er ‘overweldigend' bewijs tegen de Mijdrechter voorhanden was. Zo lag zijn sleutelbos bij de buit in het bosje en was zijn dna aangetroffen op de drukknop van het busje pepperspray. Volgens de verdachte had hij het busje ‘uit nieuwsgierigheid' uitgeprobeerd toen hij de medeverdachten op straat trof.

Zijn advocaat vond dat de Mijdrechter de schijn tegen had, maar volgens de raadsman ‘kan het allemaal gegaan zijn, zoals hij zegt dat het gegaan is'. Mede omdat de verklaringen van de medeverdachten in zijn visie ‘onbetrouwbaar' waren, vroeg de advocaat om vrijspraak. De raadslieden van T. en P. pleitten voor lagere celstraffen dan geëist.

De rechtbank doet dinsdag 4 augustus uitspraak.