Staatssecretaris Bijleveld van Binnenlandse Zaken moet kiezen voor één grote gemeente in de driehoek Maarssen, Abcoude en De Ronde Venen. Dit schrijft het verenigd bedrijfsleven in de gemeenten Maarssen, Breukelen, Loenen, Abcoude en De Ronde Venen in een brief aan de staatssecretaris. De ondernemers reageren hiermee op het besluit van de Tweede Kamer om de fusie van de gemeenten Breukelen, Loenen, Abcoude en De Ronde Venen tot een nieuwe gemeente Vecht en Venen voorlopig niet te bekrachtigen.
‘Nu de Tweede Kamer opnieuw kijkt naar mogelijke herindelingvarianten pleiten we ervoor geen halve oplossingen te kiezen. Wij juichen het toe dat u Maarssen betrekt in het proces van de gemeentelijke herindeling, zodat er geen knip komt in de Vechtstreek', aldus de ondernemers verenigd in Vereniging van Ondernemingen Breukelen, Maarssen en Omstreken (VOBMO), Vereniging Ondernemers Loenense Gemeente (VOLG), Ondernemersvereniging Kockengen (OK), Ondernemers Vereniging Abcoude & Baambrugge (OV-AB) en de Vereniging Industriële Belangengemeenschap (VIB) De Ronde Venen.
Eén grote gemeente inclusief Maarssen is volgens het verenigd bedrijfsleven de meest duurzame oplossing. Het voorstel van de Tweede Kamer voor twee gemeenten in het gebied (Maarssen, Breukelen en Loenen enerzijds en De Ronde Venen en Abcoude anderzijds) wijst het bedrijfsleven af. Voor een effectief economisch beleid zijn beide gemeenten te klein. Bovendien zullen de twee nieuwe gemeenten op korte termijn opnieuw onderwerp van gemeentelijke herindeling zijn, aldus de ondernemers.
In tegenstelling tot wat veel lokale politici naar voren brengen zijn er volgens het bedrijfsleven verschillende zaken die de gemeenten met elkaar binden. De belangrijkste zijn de ligging in het Groene Hart, met alle kansen en bedreigingen die daarbij horen, en mobiliteit (van de A2, Amsterdam-Rijnkanaal en spoorlijn Utrecht - Amsterdam tot de problemen van files en sluipverkeer).
Om een effectief mobiliteitsbeleid en regionaal bedrijventerreinenbeleid te kunnen voeren, ziet het bedrijfsleven de schaal van één gemeente tussen Amsterdam en Utrecht als de enige juiste. Ook het feit dat nu slechts één van de vijf gemeenten een volwaardige medewerker Economische Zaken heeft en een serieus economisch beleid voert, is voor het bedrijfsleven in de regio een duidelijk signaal dat opschaling en uitbreiding van de gemeentelijke dienstverlening op dit vlak uiterst noodzakelijk is.
Tenslotte wijzen de ondernemers op de economische crisis en de effecten daarvan. ‘Slagvaardig bestuur is de komende jaren hard nodig. De overheid kan zich van zijn goede kant laten zien door een grote gemeente te creëren die de problemen van de 21e eeuw aan kan.'