Gedeputeerde Staten hebben een voorstel gepresenteerd aan Provinciale Staten over de aanpak van de water- en bodemproblematiek van Groot Mijdrecht Noord (GMN). Groot Mijdrecht Noord kampt met problemen zoals zoute kwel en bodemdaling. Daarnaast is er een grootschalige natuuropgave voor de polder. De kern van het voorstel is om door te gaan met de uitvoering van Plan de Venen en het Herijkt Plan de Venen en dit te combineren met onderzoek naar technische maatregelen om de zoete en zoute kwel te scheiden.
Het aanleggen van een grote plas bleek onbetaalbaar en draagvlak voor deze oplossing ontbrak. Het nieuwe voorstel betekent dat in ieder geval in het oostelijk deel van GMN veel woningen en bedrijven plaats moeten maken voor de natuur. Gedeputeerde Staten onderzoeken in hoeverre woningen langs de oostelijke randen van de polder kunnen blijven bestaan.
Duidelijkheid voor bewoners en bedrijven
In het najaar van 2009 volgt een inrichtingsplan voor GMN. In dit plan wordt maatwerk geleverd en ondermeer duidelijk gemaakt welke bewoners moeten verhuizen, maar ook welke bebouwing langs de buitenranden van GMN-oost kan blijven bestaan. Gedeputeerde Staten realiseren zich dat de uitvoering van Plan de Venen met aanvullende technische oplossingen, voor veel bewoners en bedrijven in de polder GMN een ingrijpend en vaak ook een aangrijpend toekomstperspectief is. Gedeputeerde Staten hebben alle inwoners in het gebied per brief op de hoogte gesteld. Deze brief treft u aan als bijlage bij dit persbericht.
Het onderzoek naar de optimale oplossing voor de problematiek in GMN loopt al enkele jaren en er zijn uiteenlopende oplossingen in beeld gebracht. Gedeputeerde Staten vinden het belangrijk nu knopen door te hakken en de mensen in het gebied zo snel mogelijk volledige duidelijkheid te geven. Zij moeten weten waar ze aan toe zijn.
Natuuropgave
In het oostelijk deel van GMN is er een opgave voor 395 hectare natuur als onderdeel van de Groene Ruggengraat en Ecologische Hoofdstructuur (EHS).
Bodemdaling en problemen in omliggende polders
Naast de algemene problemen van een steeds toenemende kweldruk, kent de polder GMN enkele specifieke problemen: in de huidige situatie komt er per jaar ongeveer 50 miljoen m³ brak water uit de polder in de boezem. Dit brakke water komt in de omliggende polders in de zomer weer in het watersysteem, met als gevolg sterk wisselende zoutgehaltes in het watersysteem (zoutschokken) wat slecht is voor de natuur en voor de tuinbouw daar. Vooral in het oosten en in het zuidwesten van GMN is er ook sprake van bodemdaling.
Oplossingen
Het Plan de Venen (vastgesteld in 1998 en herijkt in 2007) lost het probleem van de bodemdaling in het oostelijk deel van GMN op en voorziet in de natuuropgave van 395 hectare nieuwe natuur. Het Plan de Venen lost niet het probleem van de zoutschokken op. Daarom hebben we gezocht naar aanvullende technische maatregelen die deze problematiek moeten verzachten of verminderen. Voor een oplossing voor de lange termijn werkt het Rijk aan een visie voor de zoetwatervoorziening van Nederland.
Besluitvorming
Het voorstel van Gedeputeerde Staten staat op 25 juni op de agenda van de vergadering van de commissie Ruimte, Groen en Water. Op 6 juli behandelt Provinciale Staten het voorstel.