Aanvullende onderzoeken Groot Mijdrecht Noord

Naar aanleiding van het rapport van de Commissie Remkes heeft de provincie Utrecht in de periode maart – juli 2008 drie aanvullende onderzoeken in Groot-Mijdrecht Noord uitgevoerd met betrekking tot water en bodem. De resultaten van de onderzoeken zijn verwerkt in een geheel vernieuwde rapportage ‘Verkenning Water Groot-Mijdrecht Noord / 2e fase’, die gezamenlijk met het Hoogheemraadschap AGV is opgesteld. Van deze verkenning hebben Gedeputeerde Staten kennisgenomen.

Naar aanleiding van het rapport van de commissie Remkes hebben Gedeputeerde Staten op 19 februari jl. vijf onderzoekspunten geformuleerd. Deze vijf punten zijn concreet vertaald in drie onderzoeken:

1. Verbetering van het grondwatermodel, met name wat betreft de (werking van de) wellen, de bodeminstabiliteit en het voorkomen van zout water in de ondergrond. Alle strategieën zijn opnieuw doorgerekend met het verbeterde model. Dit onderzoek is uitgevoerd door een consortium van Royal Haskoning, Deltares en Acacia water; In het onderzoek is het grondwatermodel uitgebreid, verbeterd en meer toegespitst op de specifieke situatie in Groot-Mijdrecht Noord. Ook zijn veel extra gegevens verzameld, onder meer door veldwerk. Het model heeft niet alleen betrekking op Groot-Mijdrecht Noord en Zuid, maar ook op de omliggende gebieden.
2. Bodemdaling en perspectieven voor de landbouw. Dit onderzoek is uitgevoerd door Alterra. In het onderzoek is, op basis van een analyse van de maaivelddaling in het verleden, de maaivelddaling op de lange termijn (2050) in beeld gebracht. Vervolgens is deze informatie gekoppeld aan de eisen qua ontwatering die het agrarisch gebruik stelt en zijn er conclusies getrokken over de perspectieven voor de landbouw in Groot-Mijdrecht. Daarbij is uitgegaan van het handhaven van de huidige peilen.
3. Peiling interesse drinkwaterbedrijven voor drinkwaterwinning uit brak grondwater. Drinkwaterwinning is een wezenlijk onderdeel van de strategie ‘Technieken’. Dit onderzoek is uitgevoerd door Kiwa water research.

Deze onderzoeken hebben deels eerdere onderzoeksresultaten bevestigd, en hebben deels tot nieuwe inzichten /nuances geleid. Enkele belangrijke inzichten zijn:
- Het probleem van de zoutbelasting van de boezem (en daarmee van een groter omliggend gebied) is met de aanvullende onderzoeken bevestigd.
- Uit de nieuwe berekeningen blijkt dat het risico van opbarsten klein is, zolang de slootpeilen in de polder niet worden verlaagd. Peilverlaging is in de toekomst in geen van de onderzochte strategieën aan de orde. Op dit moment is de enige uiting van instabiliteit van de bodem afbrokkelende slootkanten.
- In het oostelijk deel van Groot-Mijdrecht Noord is de bodemdaling het sterkst. Dit hangt samen met de aanwezigheid van een (dik) veenpakket. De bodemdaling gaat hier onverminderd door. In grote delen is hier op termijn geen agrarisch gebruik meer mogelijk. In het noordwestelijk/westelijk deel van Groot-Mijdrecht Noord is de toekomstige bodemdaling minder dan eerder gedacht, omdat blijkt dat het veenpakket hier al deels is verdwenen. Daarmee is naar verwachting in het noordwestelijk / westelijk deel van de polder op grote bedrijven agrarisch gebruik ook in 2050 nog mogelijk.
- De hoofdconclusie van het rapport is dat er bij deze vier drinkwaterbedrijven geen interesse is voor de drinkwaterwinning uit brak grondwater in Groot-Mijdrecht Noord.

Wij zullen deze inzichten betrekken bij de besluitvorming dit najaar over de polder Groot-Mijdrecht Noord.

Al eerder is aangekondigd dat er 1 september een informatiemarkt wordt gehouden in de Meijert in Mijdrecht, waarbij alle rapporten zijn in te zien. Vanaf 27 augustus staan de rapporten van de aanvullende onderzoeken en de Verkenning water Groot-Mijdrecht Noord op www.grootmijdrechtnoord.nl.
Voor alle duidelijkheid: Gedeputeerde Staten hebben nog geen standpunt ingenomen over een voorkeurstrategie. Daarvoor is ook andere informatie nodig en de besluitvorming vraagt zorgvuldige voorbereiding. Naar verwachting zullen Gedeputeerde Staten en vervolgens Provinciale Staten dit najaar een standpunt innemen over de voorkeursstrategie.