Rondeveens college neemt kennis van rapport commissie Remkes
Geplaatst op: 22 januari 2008
Het rapport ‘Water en bodemdaling in Groot-Mijdrecht’ vormt wat het college van Burgemeester en Wethouders van De Ronde Venen betreft een goed vertrekpunt voor de vervolgdiscussie over de polder Groot Mijdrecht-noord. Het college vindt dat de commissie, onder voorzitterschap van oud-minister Remkes, grondig en zorgvuldig werk lijkt te hebben afgeleverd.
De commissie Remkes heeft maandag 21 januari haar onderzoeksbevindingen gepresenteerd. De commissie is vorig jaar door de provincie Utrecht in het leven geroepen om de juistheid en volledigheid van de onderzoeken en rapporten over water en bodemdaling in de polder Groot Mijdrecht Noord tegen het licht te houden. Duurzame inrichting van de polder vormt al jaren onderwerp van discussie. Daarom zijn er door de provincie Utrecht zes strategieën ontwikkeld voor toekomstig gebruik van het gebied. Die variëren van niets doen tot het onder water zetten. De commissie Remkes heeft geen waardeoordeel uitgesproken over de strategieën en vindt ze allemaal relevant.
In het eindrapport doet de commissie Remkes de suggestie dat ook gekeken zou moeten worden naar de mogelijkheid om de gehele polder Groot-Mijdrecht aan het water terug te geven. Gedeputeerde J. Binnekamp zei daarover maandagavond tijdens de presentatie van het rapport aan de inwoners dat wat Gedeputeerde Staten betreft de ontwikkelingen in Marickenland en Westerheul IV gewoon door kunnen gaan en dat de polder Groot Mijdrecht Zuid blijft zoals het nu is. De uitspraken van de gedeputeerde zijn goed gevallen bij het Rondeveense college.
De polder Groot-Mijdrecht omvat delen van de kernen Wilnis (Veenzijde 1, 2 en 3) en Vinkeveen (Zui-derwaard en Westerheul) plus de bedrijventerreinen in Mijdrecht en Vinkeveen. Al geruime tijd volgt de gemeente het beleid dat in geval van woningbouw elders compensatie moet worden gevonden voor waterberging. Datzelfde gaat gebeuren met de bouw van Marickenzijde en Westerheul IV.
Het college neemt kennis van de constatering van de commissie Remkes dat er op verschillende pun-ten aanvullend onderzoek moet plaatsvinden en wacht met belangstelling af wat de provincie Utrecht met het rapport Remkes gaat doen.
B en W hopen in ieder geval dat de reflectiegroep (waarin bewoners en gebruikers uit het gebied zit-ting hebben) weer snel in overleg zal treden met de provincie om te praten over de toekomst van het gebied. Een goede communicatie tussen provincie en inwoners van de polder is volgens het college van groot belang.
De commissie Remkes heeft maandag 21 januari haar onderzoeksbevindingen gepresenteerd. De commissie is vorig jaar door de provincie Utrecht in het leven geroepen om de juistheid en volledigheid van de onderzoeken en rapporten over water en bodemdaling in de polder Groot Mijdrecht Noord tegen het licht te houden. Duurzame inrichting van de polder vormt al jaren onderwerp van discussie. Daarom zijn er door de provincie Utrecht zes strategieën ontwikkeld voor toekomstig gebruik van het gebied. Die variëren van niets doen tot het onder water zetten. De commissie Remkes heeft geen waardeoordeel uitgesproken over de strategieën en vindt ze allemaal relevant.
In het eindrapport doet de commissie Remkes de suggestie dat ook gekeken zou moeten worden naar de mogelijkheid om de gehele polder Groot-Mijdrecht aan het water terug te geven. Gedeputeerde J. Binnekamp zei daarover maandagavond tijdens de presentatie van het rapport aan de inwoners dat wat Gedeputeerde Staten betreft de ontwikkelingen in Marickenland en Westerheul IV gewoon door kunnen gaan en dat de polder Groot Mijdrecht Zuid blijft zoals het nu is. De uitspraken van de gedeputeerde zijn goed gevallen bij het Rondeveense college.
De polder Groot-Mijdrecht omvat delen van de kernen Wilnis (Veenzijde 1, 2 en 3) en Vinkeveen (Zui-derwaard en Westerheul) plus de bedrijventerreinen in Mijdrecht en Vinkeveen. Al geruime tijd volgt de gemeente het beleid dat in geval van woningbouw elders compensatie moet worden gevonden voor waterberging. Datzelfde gaat gebeuren met de bouw van Marickenzijde en Westerheul IV.
Het college neemt kennis van de constatering van de commissie Remkes dat er op verschillende pun-ten aanvullend onderzoek moet plaatsvinden en wacht met belangstelling af wat de provincie Utrecht met het rapport Remkes gaat doen.
B en W hopen in ieder geval dat de reflectiegroep (waarin bewoners en gebruikers uit het gebied zit-ting hebben) weer snel in overleg zal treden met de provincie om te praten over de toekomst van het gebied. Een goede communicatie tussen provincie en inwoners van de polder is volgens het college van groot belang.