Verschillende lampen, verschillend gebruik

In de donkere wintermaanden geeft gemeente De Ronde Venen twee maanden lang iedere week informatie over licht. In de reeks artikelen worden verschillende onderwerpen over zonlicht en verlichting in huis beschreven.

In de winkels ligt een ruim assortiment lampen in de schappen. Verschillende vormen en grootte, maar ook verschillende systemen. De gloeilamp is de oudste van de elektrische lampen. Edison staat in de geschiedenisboekjes als uitvinder van de gloeilamp in 1879, maar er zijn meer mensen die er aan bijgedragen hebben. De spaarlamp en de halogeenlamp zijn jonger en stammen beide uit de jaren 60.

Het elektriciteitsverbruik van de gloeilamp, halogeenlamp en spaarlamp verschilt sterk. Zo verbruikt de spaarlamp 75% minder energie dan een gloeilamp bij gelijke lichtopbrengst. Het is daarom bij de aankoop van een lamp of lichtarmatuur de moeite waard om te kijken welke verlichting er in hoort.

De TL-buis in eigenlijk een grote spaarlamp. Deze is namelijk net zo zuinig. De TL-buis draagt alleen niet erg bij aan gezelligheid en heeft een sterk afwijkende vorm. De TL-armatuur kan gemonteerd worden achter een rand of plank, zodat de TL niet direct zichtbaar is en het licht weerkaatst via wand of plafond. De lichtkleur van TL kan positief beïnvloed worden door de binnenzijde van de lichtkoof een warme kleur te geven zoals (oker)geel.

Op de verpakking van lampen moet een Energielabel zitten. Op laagvoltage halogeenlampen (bijvoorbeeld 12 volt) en alle reflectorlampen hoeft geen Energielabel te zitten.

Veel halogeenlampen hebben een transformator nodig. Deze transformator verbruikt ook energie wanneer de lamp niet aan is. Probeer dan ook altijd een schakelaar voor de transformator te zetten zodat die niet onnodig stroom kan verbruiken.