Wethouder in gesprek met Zorgcentrum over rijksbezuinigingen op het sociale vlak

Op maandag 28 januari heeft Wethouder Sociale Zaken en Gezondheidszorg Ad Verburg een eerste gesprek gehad met Jan Dreschler, directeur van Zorgcentrum Aelsmeer en aanbieder van huishoudelijke zorg. Wethouder Verburg voert een reeks gesprekken met zorgaanbieders om te horen wat de gevolgen zijn van de rijksbezuinigingen op zorg. Wethouder Verburg: 'De voorgenomen decentralisatie en de bijbehorende rijksbezuinigingen op het sociaal domein zijn de meest ingrijpende van de laatste 100 jaar.' Voor veel mensen kan dit invloed hebben op de kwaliteit van leven. Ik wil weten waar de problemen ontstaan. De bezuinigingen zijn zo ingrijpend dat de gemeente niet alles meer kan betalen en niet alles wat de rijksoverheid wegbezuinigt kan aanvullen. Sommige zaken, zoals de thuiszorg zullen hierdoor versoberen.'

Jan Dreschler: 'Ook voor het Zorgcentrum zal de decentralisatie en rijksbezuinigingen grote gevolgen hebben. Door de nieuwe regels zullen veel mensen die nu in de zogenaamde Zorgzwaartepakketten 3 en 4 zorg zitten, mensen die echt niet zonder zorg kunnen, straks niet meer naar een verzorgingshuis mogen. In zorginstellingen (verpleeg- en verzorgingshuis) wonen mensen die een Zorgzwaartepakket (ZZP) hebben. Er zijn 10 zorgzwaartepakketten en elk pakket staat voor een hoeveelheid geld dat beschikbaar is om zorg te verlenen. Voor de laagste pakketen ZZP 1 en ZZP 2 is het recht op verblijf per 1 januari 2013 vervallen. Zij kunnen dus niet meer voor rekening van Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) wonen in een zorginstelling. Ze blijven recht hebben op alle zorg, maar die wordt gegeven in de eigen woning of ook nog wel in een zorginstelling, maar men zal dan zelf de huur moeten betalen. In het regeerakkoord wordt een knip gemaakt tussen verpleging en zorg. De verzorging wordt zo veel mogelijk ondergebracht bij de WMO (Wet Maatschappelijk Ondersteuning). De verpleging blijft in de AWBZ, maar dit wordt in een afgeslankte vorm die vanuit de rijksoverheid wordt aangestuurd. Daarbovenop komen nog de rijksbezuinigingen van 75% op de thuiszorghuishouding. Gevolg is dat mensen deze vorm van zorg zelf moeten gaan betalen.

In de toekomst zal er meer leegstand komen in de verzorgingshuizen en zullen we het werk anders moeten gaan inrichten. Dit zijn ook kansen om de organisatie zo te veranderen, dat we ook in de nieuwe werkelijkheid optimale zorg kunnen leveren. Ook kijken we of we kunnen samenwerken met andere zorgaanbieders en andere partijen, zodat win-winsituaties kunnen ontstaan. Wij blijven als organisatie klaar staan om goede zorg te bieden aan iedereen die dat nodig heeft, ook bij thuiszorgcliënten. De behoefte aan zorg en ondersteuning blijft bestaan. Die wordt niet anders doordat ze in Den Haag bedenken dat iets anders moet. Het komt er dus op aan om hier slim op in te spelen en de zeilen naar de wind te zetten. Dat gaan we de komende tijd doen.’