Elke kern in De Ronde Venen heeft haar eigen winkelkwaliteit en ontwikkelingsmogelijkheden. Het college heeft een kader geformuleerd waarbinnen ondernemers en ontwikkelaars meer ruimte krijgen om winkelgebieden te versterken. Nieuwe initiatieven worden door het college voortaan vooral beoordeeld op draagvlak en of ze een verbetering betekenen en minder op berekeningen. Door de kracht van een kern te benutten kunnen winkelgebieden worden versterkt. Dat is een belangrijk uitgangspunt van de Nota Detailhandelstructuur die dinsdag 16 april door het college is vastgesteld en aan de gemeenteraad wordt aangeboden. Ook maakt de nota verruiming van recreatieve detailhandel mogelijk langs de Herenweg in Vinkeveen, ten noorden van de N201.
Onveranderd belangrijk zijn de algemene doelen die de gemeente met de nieuwe nota nastreeft: een goed ondernemersklimaat, een goede bediening van de consument en een nieuw kader om initiatieven van ontwikkelaars en winkeliers te kunnen beoordelen.
Sinds de laatste beleidsnota is er veel veranderd. De detailhandel staat onder druk, niet alleen in De Ronde Venen maar in heel Nederland. Het gedrag van winkelend publiek wijzigt en de wensen van de kritische consument nemen toe. Daarnaast wordt er steeds meer verkocht via internet en zorgt de economische crisis voor leegstand in de winkelstraten.
Hoewel de winkels in De Ronde Venen het nog relatief goed doen, is de huidige winkelstructuur wel kwetsbaar voor leegstand door het verspreidde karakter ervan. Daarom wil het college de bestaande winkelgebieden compact houden en sterker maken. De nota geeft een kader van kernwinkelgebieden aan waarbinnen het college nieuwe ontwikkelingen wil bevorderen en waarbuiten het college dat juist wil afremmen. Om die reden wordt bijvoorbeeld geen verruiming van de detailhandel op het bedrijventerrein voorgestaan. Wel wordt een onderzoek gestart naar de mogelijkheid om webwinkels te vestigen op bedrijventerreinen.
Om de kernwinkelgebieden te versterken wil het college initiatieven vanuit de markt ruimte geven en elke kern in staat stellen zijn kracht te ontwikkelen. Plannen om het winkelgebied te versterken, worden in eerste instantie beoordeeld of ze een verbetering voor de winkeliers, inwoners en de kern als geheel betekenen én of ze op voldoende draagvlak kunnen rekenen. Als er meerdere initiatieven zijn, dan ziet het college een rol weggelegd voor ondernemersverenigingen om te komen tot afstemming.
Wethouder Palm: “Het college wil de verantwoordelijkheid voor de vitaliteit van de voorzieningen in onze kernen meer delen met ondernemers. Dat betekent dat wij als gemeente ook meer ruimte en verantwoordelijkheid moeten geven aan die ondernemers die willen investeren. Zo is het ook onze insteek om de modernisering van winkelcentrum Zuiderwaard in Vinkeveen en boodschappencentrum Adelhof in Mijdrecht mogelijk te maken. Plannen van de eigenaren om de centra te versterken, worden door het college op een positieve en constructieve wijze benaderd.”
Het college ziet voor Vinkeveen een mogelijkheid de detailhandel te verruimen. Langs de Herenweg, ten noorden van de N201, wordt de mogelijkheid van recreatieve detailhandel gecreëerd indien dat onderdeel wordt van een recreatieve themahaven. In de nieuwe structuurvisie van Vinkeveen zal dat een plaats krijgen. Wethouder Palm: ,”Hier zijn straks mogelijkheden voor recreatieve winkels, denk aan mode, watersport of een cadeauwinkel. Zuiderwaard blijft natuurlijk hét winkelcentrum van Vinkeveen.”
Het college heeft de nota, die mede tot stand is gekomen na inbreng van ondernemers uit de winkelgebieden, ter vaststelling aangeboden aan de gemeenteraad. Waarschijnlijk wordt de nota besproken tijdens de raadsvergadering van eind mei.