Het college van B en W wil dat het cultuurhistorisch erfgoed in de gemeente meer aandacht en waardering krijgt. Zorgvuldig omgaan met de historie draagt volgens het college bij aan een aantrekkelijk woon- en werkklimaat. Daarnaast kan de economische betekenis van het cultuurhistorisch erfgoed worden vergroot door het meer in te zetten op gebied van recreatie en toerisme. Dat staat in de beleidsnota Cultuurhistorie die dinsdag 10 december door het college is vastgesteld en ter goedkeuring is aangeboden aan de gemeenteraad.
De Ronde Venen is een gemeente die rijk is aan cultuurhistorie met vele monumenten, historische dorpskernen en boerenerven en forten van de Stelling van Amsterdam. Ook de wijze waarop het landschap is vormgegeven, met droogmakerijen, de verkaveling en de karakteristieke legakkers, vormt onderdeel van de cultuurhistorie van de gemeente.
De afgelopen jaren is de aandacht voor cultuurhistorie toegenomen en het beleid geprofessionaliseerd. Het cultuurhistorisch erfgoed vormt nu standaard onderdeel van ruimtelijke plannen en het behouden van historische gebouwen is meer dan vanzelfsprekend. Het college wil echter verder gaan en noemt in beleidsnota een aantal uitgangspunten om het cultuurhistorisch beleid en de beleving van erfgoed te verbeteren en te versterken. De gemeente ziet met name de rol voor zich weggelegd om deze ontwikkeling te stimuleren en te faciliteren. Het is voor het eerst dat een beleidsnota Cultuurhistorie is opgesteld in De Ronde Venen.
In de cultuurhistorische waarden van De Ronde Venen liggen volgens verantwoordelijk wethouder Kees Schouten volop kansen voor recreatie en toerisme. Schouten: ,,Bijvoorbeeld door de mogelijkheden van de Stelling van Amsterdam beter te benutten, de herbestemming van forten, boerderijen en andere grote monumenten te stimuleren en het waterlinielandschap beter beleefbaar te maken. Het zijn mogelijkheden om de rijke cultuurhistorie van De Ronde Venen beter over het voetlicht te brengen. Om dit te kunnen realiseren is samenwerking tussen alle partijen van groot belang. Het resultaat is dat meer mensen van de cultuurhistorie in de gemeente zullen genieten.’’