College stelt Aalsmeerse Kunst- en Cultuurnota vast

Dinsdag 2 oktober heeft het College van Burgemeester en Wethouders de Aalsmeerse Cultuurnota "Beweging maakt Ruimte" vastgesteld en voor besluitvorming aangeboden aan de gemeenteraad. Deze nota legt het kunst- en cultuurbeleid vast voor de periode van 2013 tot 2016. Het College heeft een aantal nieuwe speerpunten voor het kunst en cultuurbeleid benoemd. Allereerst zijn dat cultuureducatie voor alle groepen van het basisonderwijs en verplaatsing van het muziekonderwijs naar de scholen en de wijken (ambulant muziekonderwijs). Naast de Stichting KCA komt er ook ruimte voor subsidiering van andere aanbieders van culturele activiteiten en komt er een Cultuurpunt Aalsmeer dat een centrale positie gaat vervullen in het Aalsmeerse culturele leven.

Nota is resultaat intensieve voorbereiding
Wethouder cultuur Gertjan van der Hoeven: "We hebben uitgebreid overlegd en samengewerkt met heel veel betrokken cultuurorganisaties en personen, van professioneel tot amateur. De nota is het resultaat van deze intensieve voorbereiding en ik wil iedereen die een bijdrage heeft geleverd daarvoor van harte danken. Ik ben ervan overtuigd dat we met deze beleidsnota een goede invulling geven aan de politieke wens om te komen tot een stimulerend en vernieuwend cultuurbeleid binnen de door de raad meegegeven kaders en taakstellingen."

Beweging maakt ruimte
In de titel van de nota ‘Beweging maakt ruimte' ligt besloten wat het College ermee wil bereiken; namelijk verandering en ruimte voor nieuwe culturele initiatieven en organisaties in Aalsmeer. Er wordt gekozen voor een structurele verankering van cultuureducatie in alle groepen van het basisonderwijs. De gemeente stopt met de subsidiëring van het individuele muziekonderwijs en gaat per 2013 het ambulant muziekonderwijs subsidiëren. Het muziekonderwijs wordt dan aan groepjes kinderen in scholen en wijken gegeven. Het cultuurpunt Aalsmeer krijgt binnen enkele jaren een centrale positie in het Aalsmeerse culturele leven. Alle Aalsmeerders die hun hart hebben verpand aan kunst en cultuur en zich daarvoor vrijwillig of beroepsmatig inzetten, kunnen er terecht. Ze kunnen er kennis delen, professioneel advies inwinnen en bovenal elkaar ontmoeten en nieuwe samenwerkingsverbanden aangaan.