Ernst Schreurs, fractievoorzitter PvdA-GroenLinks-LokaalSociaal, heeft tijdens de commissie van afgelopen donderdag voorgesteld om een onderzoek te doen naar de mogelijkheid om de Vinkeveense Plassen zoveel mogelijk terug te brengen in hun originele staat en zo de zandeilanden te beschermen en de legakkers te behouden.
In het verleden heeft Amsterdam grote hoeveelheden zand uit de Vinkeveense Plassen gehaald voor de bouw van de Bijlmermeer waardoor de plassen erg diep zijn geworden (op sommige plaatsen meer dan vijftig meter). Dit heeft tot gevolg dat veel legakkers langzaam in de plassen verdwijnen.
De gemeente Amsterdam neemt samen met de gemeente De Ronde Venen deel aan het recreatieschap Vinkeveense Plassen. Dit recreatieschap is onder meer verantwoordelijk voor het onderhoud aan de legakkers. Amsterdam wil hier echter niet langer aan bijdragen en wil graag uit het recreatieschap. Het voorstel dat nu voorligt bij de raad is dat de gemeente De Ronde Venen, Amsterdam en de provincie Utrecht bijdragen aan het vernieuwen van de beschoeiingen van de legakkers en de zandeilanden zodat deze de komende veertig jaar weer mee kunnen. Daarmee wil Amsterdam haar verantwoordelijkheden afkopen. Dit is echter geen duurzame oplossing, want na veertig jaar (of zelfs minder) zit onze gemeente met hetzelfde probleem, maar dan draagt de gemeente Amsterdam niet meer bij.
Daarom stelde Ernst Schreurs voor om te onderzoeken of het mogelijk is de plassen weer terug te brengen in de staat van voor dat Amsterdam het zand uit de Vinkeveense Plassen haalde. De wethouder zegde toe te onderzoeken of dit haalbaar is. Als het plan uitvoerbaar blijkt, zou hierin ook rekening gehouden moeten worden met de mogelijkheden die de plassen nu bieden om te duiken.
Fractievoorzitter Ernst Schreurs: “Met ondiepere plassen zal de golfslag minder worden en is er ook minder onderhoud nodig aan de beschoeiingen van de akkers. Dat is wat de fractie van PvdA-GroenLinks-LokaalSociaal betreft een duurzamere oplossing dan telkens diep in de buidel te tasten voor grootschalige vernieuwing van de beschoeiingen.”