Het is weer voorjaar en dat wil zeggen dat er weer sprake kan zijn van overlast van rupsen in tuin en plantsoen. En zijn twee soorten belangrijk.
Spinselmot
Allereerst is er de onschuldige, maar hinderlijke Spinselmot (Hyponomeuta padellus). Overlast van Spinselmot betreft het rupsenstadium van deze mot in de maanden mei en juni. De rupsen verzamelen zich in nesten van witte draden waarbij hele bomen en struiken ingesponnen worden in een soort web. Dit is geen fraai gezicht. Ook wanneer de rupsen zich bij gevaar laten vallen en overal naar toe kruipen, wordt als hinderlijk ervaren.
Dit alles neemt niet weg dat de webstructuren en rupsen absoluut onschadelijk zijn voor mens en dier. Ook de aangetaste beplanting kan zich prima van deze plaag herstellen omdat het maar om een overlastperiode van enkele weken (4 tot 6) per jaar gaat. Hoewel de rupsen een zekere voorkeur voor bepaalde bomen en struiken hebben is hun mogelijke keus zo breed dat gerust gezegd kan worden dat ze in bijna alle boom- en struiksoorten kunnen voorkomen.
Aangezien de rupsen onschadelijk zijn, de overlast tijdelijk is, afzuigen niet werkt (rupsen laten zich als verdediging vallen) en mogelijke bestrijdingsmiddelen niet selectief zijn (ze doden dus ook andere soorten) worden deze rupsen door de gemeente niet bestreden.
Het melden van deze overlast is niet noodzakelijk.
Eikenprocessierups
Daarnaast is er de Eikenprocessierups (Thaumetopoea processionea). De Eikenprocessierups is de rups van een nachtvlinder. De rups komt, zoals de naam aangeeft, vooral voor op Eik maar kan ook op andere boomsoorten voorkomen. Tussen april en september is de vlinder in het rupsenstadium. In dit stadium is deze diersoort een risico voor de gezondheid van mens en dier. De rupsen beschikken namelijk over brandharen ter verdediging. Deze haren veroorzaken uitslag, zwellingen, jeuk en soms braken, duizeligheid en koorts. Bovendien blijven de haren een aantal jaren actief. Het is dus belangrijk om de rupsen te bestrijden, maar dit is niet altijd mogelijk.
De boomeigenaar verantwoordelijk is voor zijn eigendom, zo hanteert de gemeente als uitgangspunt. De bestrijding en het voorkomen van gezondheidsklachten is dus aan de eigenaar. Voor haar eigen bomen worden de Eikenproccessierupsen bestreden middels zuigen of branden op plaatsen waar er sprake is van veelvuldig gebruik (speelplaatsen, paden, etc.) en waar bestrijding mogelijk is (het nest moet te bereiken zijn). Overige plekken worden voorzien van een waarschuwingslint met een opdruk die aangeeft dat er sprake is van Eikenprocessierups zodat contact met de rupsen te vermijden is voor gebruikers van de openbare ruimte.
Het is belangrijk de aanwezigheid van deze plaag te melden aan de eigenaar van de boom zodat die kan beoordelen of bestrijding kan plaatsvinden of andere maatregelen kan treffen. Voor gemeentelijke bomen kunt u dit melden bij de gemeente via E. gemeente@derondevenen.nl of T. 0297 29 16 16.
Indien u in contact komt met de brandharen adviseren wij u contact op te nemen met uw huisarts.