Gemeente De Ronde Venen kent een bijzondere verzameling historische buitenplaatsen: fraaie villa’s en boerderijen die in het verleden werden bewoond door rijke boeren en stedelingen. Het in goede staat houden van deze kostbare woningen is een kostbare aangelegenheid. Om eigenaren daarbij te helpen heeft het college van B en W de ‘Leidraad Behoud door ontwikkeling op historische buitenplaatsen’ vastgesteld.
Wie langs het Gein of de Angstel rijdt kan ze niet missen: grote vrijstaande villa’s, bijzondere boerderijen, kleurrijke tuinen en af en toe een theekoepel. Het zijn stille getuigen van een tijd van grote rijkdom, waarin Nederlanders alle zeeën bevoeren en nieuwe werelden ontdekten. De buitenplaatsen in De Ronde Venen zijn gebouwd door rijke (vaak lokale) boeren. Daarnaast staan in de gemeente enkele volwaardige buitenplaatsen van rijke Amsterdamse koopmansfamilies. De bekendste hiervan zijn Valkenheining, Postwijck en Donkervliet in Baambrugge en Schoonoord in Abcoude.
Meer duidelijkheid voor de buitenplaatseigenaren
Het onderhouden van een buitenplaats is een kostbare aangelegenheid. Vanwege de historische waarde en het belang zijn bijvoorbeeld de mogelijkheden om de Buitenplaatsen te verhuren gering terwijl het onderhouden van de grote, historische panden veel geld kost. De provincie Utrecht heeft daarom de ‘Leidraad behoud door ontwikkeling op historische buitenplaatsen’ ontwikkeld. De leidraad gaat ervan uit dat er voor iedere buitenplaats mogelijkheden zijn om geld te besparen of te verdienen en helpt bij het vinden van een goede balans tussen behoud van cultuurhistorische waarde en een kostendekkende exploitatie. Wethouder Marja Becker: ,,De leidraad is een hulpmiddel waarbij de eigenaar, stap voor stap, wordt geholpen bij het zoeken naar financiële middelen en waarbij de buitenplaats niet wordt aangetast. Op die manier snijdt het mes aan twee kanten. Er wordt gezocht naar ontwikkelingen die passen bij de buitenplaats en daarmee wordt geld verkregen dat in het onderhoud van het gebouw kan worden gestoken.’’ Door het toestaan van meer economische activiteiten en te helpen met besparen hoopt de gemeente achteruitgang en/of leegstand van buitenplaatsen te voorkomen.