De jachthaven, de grootschalige renovatie van winkelcentrum Amstelplein en de huisvesting voor arbeidsmigranten. Allemaal voorbeelden van initiatieven van andere partijen dan de gemeente. Maar hoe ziet de samenwerking met de gemeente er bij zo’n initiatief uit? Wie doet wat en wie is waarvoor verantwoordelijk?
Uitwerking onder voorwaarden
Om bij het begin te beginnen: dit soort initiatieven starten vaak met een officieel verzoek aan de gemeente. Wethouder Hazen: ‘De initiatiefnemer vraagt dan officieel aan ons wat wij van hun idee vinden. Als gemeente besluiten we of we willen meewerken en, zo ja, wat we dan belangrijk vinden. Voordat we besluiten, maken we altijd een eerste afweging tussen het algemeen belang en het belang van de initiatiefnemer. Onze houding is hierbij niet ‘nee, tenzij’, maar zoveel mogelijk ‘ja, mits’. We denken dus steeds meer mee of en hoe goede initiatieven haalbaar kunnen worden. Deze houding past helemaal bij de Omgevingswet die landelijk ingevoerd gaat worden. Als we ja zeggen, zeggen we eigenlijk: in principe willen we meewerken, ga het plan maar verder uitwerken en kijk hierbij in ieder geval naar deze onderwerpen.’
Over de voorwaarden
Welke onderwerpen dat zijn, dat verschilt per initiatief. Maar er zijn ook overeenkomsten. Om met de overeenkomsten te beginnen: bij alle initiatieven wordt de initiatiefnemer gestimuleerd om zo vroeg mogelijk in het traject het gesprek aan te gaan met de omgeving. Wethouder Hazen: “Een goed voorbeeld daarvan is het initiatief voor de huisvesting van arbeidsmigranten. Deze initiatiefnemers zijn het gesprek met de buurt aangegaan om erachter te komen wat die belangrijk vinden, ze hadden op dat moment nog geen uitgewerkte schetsen van de huisvesting.’
Een andere voorwaarde die de gemeente bij nagenoeg alle plannen stelt, is dat het plan goed in de omgeving past. Daarnaast kent elk plan ook eigen voorwaarden. “Om bij de huisvesting van arbeidsmigranten te blijven: daar vinden het we het belangrijk dat er goede afspraken worden gemaakt over het beheer, toezicht en registratie,” aldus Hazen.
Op naar een definitief plan
Om ervoor te zorgen dat aan alles wordt gedacht, werkt de gemeente actief mee. Ze beantwoordt technische vragen en houdt tussentijds overleg, onder andere over de voortgang. Een initiatiefnemer betaalt dan de uren die de ambtenaren van de gemeente maken. “Daarom sluiten we ook altijd een overeenkomst,” legt wethouder Hazen uit. “Maar we nemen het niet over: de initiatiefnemers moeten zelf de communicatie verzorgen, zelf de onderzoeken die nodig zijn (laten) uitvoeren, en zelf aan het tekenen slaan. Als de initiatiefnemers het plan verder hebben uitgewerkt, vragen zij de gemeente of ze de officiële procedure in kunnen gaan. Bij zo’n verzoek beoordelen wij als gemeente het plan aan de hand van de voorwaarden die we aan het begin hebben gesteld. En uiteraard kijken we naar het algemeen belang.
Staan alle seinen op groen, dan gaat de officiële procedure lopen. Dat kan een omgevingsvergunning zijn, maar soms ook een bestemmingsplanprocedure.
“Als gemeente zorgen we er dan voor dat de belangen van inwoners zo goed mogelijk gediend zijn,“ legt wethouder Hazen uit. “Zij moeten een zienswijze kunnen indienen en deze zienswijze moet nauwkeurig worden behandeld en meegenomen. Hetzelfde geldt voor bezwaren. Als gemeente en initiatiefnemer werken we dus nauw samen, maar wel ieder vanuit de eigen rol.”