Ingezonden hulpvraag:
Inmiddels zijn de eerste vluchtelingen uit Oekraïne aangekomen in Abcoude. Deze groep is ondergebracht in het door Michel, zijn team en zijn gezin liefdevol ter beschikking gestelde Hotel Abcoude. Het is ongekend en hartverwarmend hoe snel we met elkaar in staat zijn zo veel hulp te organiseren. Van kleding tot speelgoed, eten en drinken, allemaal binnen een paar dagen voorzien.
Die hulp is heel hard nodig. De mensen die aankomen zijn er in bijna alle gevallen slecht aan toe en compleet berooid. Geen kleren, geen spullen, vaders, broers en zonen achtergebleven, vaak al langer dan een week op reis, veelal onderweg nachtenlang in de kou geslapen.
Maar de meesten hebben ook helemaal geen geld meer. Wat ze hadden, is opgegaan aan de reis, soms al dagen geleden, en de Oekraïnse munt is bijna niets meer waard. De overheid is nog aan het vaststellen hoe ze deze mensen financieel gaat ondersteunen. Dat kan nog een tijdje duren. Daar kunnen ze niet op wachten. Er is simpelweg niets meer.
Laten we met elkaar zorgen dat er leefgeld komt voor deze mensen. Al is het een paar tientjes per week, maar een nieuwe onderbroek, een nieuwe tandenborstel of een paar sokken moeten ze echt kunnen kopen. De afhankelijkheid is echt schrijnend op dit moment, en de cultuur van deze mensen maakt hulp accepteren erg moeilijk, hulp vragen bijna onmogelijk.
Er is hiervoor een crowdfundpagina opgezet door het lokale bedrijf Scoupy (Amsterdamsestraatweg 28 Abcoude). Het geld wordt beheerd door een aantal Abcoudenaren die in de organisatie zitten, supervisie en boekencontrole zal worden gedaan door Scoupy en een aantal lokale ondernemers. Daar staan we voor in.
Kun en wil je helpen? Het is erg hard nodig.
https://www.gofundme.com/f/bijdrage-oekrainers-abcoude
Persoonlijk verhaal uit Abcoude:
Michel De Koning:
Wij zijn bezig met de opvang in Hotel Abcoude. We plaatsen een gezin van 5 personen in een kamer waar normaal 2 personen slapen. We vertellen hun waar ze gezamenlijk met wild vreemde mensen zelf hun ontbijt en lunch kunnen maken.
Ze kijken ons aan maar zien ons niet of ze kijken naar de grond. Ze vragen wat het kost, ze schamen zich en willen eigenlijk geen hulp. We lopen over straat naar een kamer en er vliegt een vliegtuig over. Het jongetje van 7 duikt naar de grond want hij verwacht een inslag van een bom. We lopen de kamer in en de vrouw gaat op bed zitten en barst in tranen uit. De mannen van deze gezinnen mochten niet het land uit die zijn daar nog en ze hebben geen idee of ze elkaar ooit nog zien.