Op vrijdag 8 juli was het precies 30 jaar geleden dat een grote explosie plaatsvond in de chemische fabriek op het Cindu-terrein. Drie brandweerlieden kwamen om het leven en er vielen 11 gewonden, waarvan 3 zeer ernstig. De ramp werd vrijdag herdacht op de algemene begraafplaats Uithoorn in De Kwakel. Tevens werd een herdenkingsmonument onthuld.
Carla de Meijer en Corry Gijzen, weduwen van brandweermannen die bij de ramp omkwamen, namen de onthulling op zich. Zichtbaar geëmotioneerd vertelden de twee vrouwen hoeveel het monument voor hen betekent. “Het is een mooie plek hier op de begraafplaats. Wij kunnen ze hier in alle rust herdenken. We zullen ze nooit vergeten.”
Diepe sporen achtergelaten
Burgemeester Pieter Heiliegers hield een toespraak. Hierin gaf hij aan dat 8 juli 1992 gezien kan worden als een van de zwartste dagen in de geschiedenis van de gemeente Uithoorn. Verder vertelde hij dat de ramp diepe sporen heeft achtergelaten: “Veel inwoners weten nog precies wat zij op dat moment aan het doen waren. Sommigen dachten dat het om een bomaanslag ging of dachten aan een aardbeving. Anderen, die hier vlakbij werkten, vlogen onder hun bureau van angst. Er was grote paniek alom. Ik hoor ook van menigeen dat deze ramp voor altijd in het geheugen is gegrift.”
De burgemeester bedankte Herman Bezuijen, die zich enorm ingezet heeft voor de realisatie van het monument. Namens het gemeentebestuur legde Heiliegers samen met zijn partner een bloemstuk bij het monument. Naast vrienden en familie van de nabestaanden, waren ook veel oud-medewerkers van de fabriek aanwezig. De meeste hebben de ramp van dichtbij zien gebeuren en zijn ternauwernood ontsnapt aan de dood. Verder was er een afvaardiging van de brandweer aanwezig, onder leiding van de huidige brandweercommandant Tijs van Lieshout. Ook oud-burgemeester Castenmiller woonde de herdenking bij, samen met zijn partner. Hij was ten tijde van de ramp burgemeester van de gemeente Uithoorn.