Een inwoonster van Uithoorn moet 120 euro betalen voor het illegaal dumpen van afval, terwijl de gemeente zelf ook niet gelooft dat het vuil door de vrouw is achtergelaten. De rechter in Amsterdam roept de gemeente nu tot de orde: prima dat de regels worden gehandhaafd, maar er zijn grenzen.
Tekst: Ad.nl
Handhavers zagen op 10 augustus 2020 bij een flat in Uithoorn een doos met afval naast de ondergrondse container staan. Het is niet toegestaan afval zo op straat te zetten en de handhavers vonden op de doos naam en adres van een vrouw. Die bleek echter 2,5 kilometer verderop te wonen én had een eigen papiercontainer in de voortuin. Toch moest ze 120 euro betalen: 50 euro voor het onderzoek en afvoeren van het afval, en 70 euro administratiekosten.
De vrouw ontkent niet dat het stuk karton van haar is, maar stelt dat ze dat in de eigen papiercontainer voor haar huis heeft gegooid. Bovendien was ze in die tijd drie dagen in Maastricht en maakt de afstand tussen haar woning en de vindplaats het ook onaannemelijk dat het afval van haar was. De gemeente is het daar wel mee eens. Maar volgens de regels moet de vrouw zelf aantonen dat ze de rotzooi niet heeft gedumpt. En omdat dat niet voor honderd procent lukt, moet ze toch betalen.
De vrouw stapte naar de bestuursrechter en die geeft haar ruim twee jaar na dato gelijk. Formeel beroept de gemeente zich op de juiste regels, maar dan moet hij ‘er in ieder geval zelf een flinke mate van vertrouwen in hebben dat hij goed zit. Een andere opvatting zal al snel tot onevenredige resultaten leiden', aldus de rechter. De regels moeten volgens de rechter niet zo worden uitgelegd dat als er redelijke twijfel bestaat over de vraag of iemand de overtreder is, die persoon toch als overtreder wordt aangemerkt.