Mila van drie jaar stapt met haar vader vanuit de warmte buiten de koele keelkazemat in van Fort aan de Drecht. De drie opgezette vogels in de vitrine trekken haar belangstelling meer dan het kanon. En van de eend kent ze zowaar de naam. Tot zijn verwondering antwoordt ze een kordaat “ja” als de rondleider haar vraagt of ze al eens eerder in een fort was geweest. “We komen net uit het fort in Rijsenhout, vandaar’’, licht haar vader toe. Vader en dochter maakten, net als tientallen anderen die het fort afgelopen zaterdag bezochten, een toertje langs opengestelde monumenten. In het hele land waren dat er dik zesduizend; elf daarvan staan in Uithoorn.
De opening vond ‘s ochtends om tien uur plaats bij de Tolhuissluis, in het uiterste puntje van Uithoorn aan de grens met Zuid-Holland. Burgemeester Pieter Heiliegers memoreerde dat de aanleg van de sluis precies twee eeuwen geleden begon en dat koning Willem I de aanjager was van het geheel. De vaarroute vanuit Uithoorn met het achterland naar het zuiden verbeterde erdoor en dat bracht voorspoed in de gemeente. Ook memoreerde Heiliegers dat in 1987 de Thamerkerk al meedeed aan de Nationale Monumentendag, zoals het evenement toen nog heette. De burgemeester kreeg bij de opening een mooie dronefoto overhandigd, gemaakt door sluiswachter Nico. Peter Schat van comité Open Monumentendag overhandigde de foto.
Ook dit jaar was de Thamerkerk open voor bezoek; voor sommige bezoekers, die op zoek waren naar een trouwlocatie, een uitstekende gelegenheid om binnen de sfeer te proeven. In het oude dorp konden verder restaurant Het Spoorhuis en Genieten aan de Amstel in het voormalige gemeentehuis worden aangedaan. In De Hoeksteen werden geïnteresseerde bezoekers door deskundigen rondgeleid in de enige kerk die op Gerrit Rietvelds tekentafel ontstond. Ook de trotse bewoners van Station De Kwakel gunden bezoekers een uniek kijkje in het interieur met tal van authentieke elementen. En in De Kwakel zelf konden monumenten langs de Drechtdijk worden bezocht. Een ervan was zelf niet open, maar het Enge Bos erachter wel.
De Stichting De Kwakel Toen&Nu had haar museumwagen opgesteld en nieuwsgierigen uit de wijde omgeving neusden er onder begeleiding rond. Zoals een echtpaar uit Roelofarendsveen dat in de mistige vroegte van de ochtend ook het fort en de Tolhuissluis had aangedaan. Veel bezoekers bekenden dat ze vanwege de warmte niet álle monumenten zouden langsgaan. “We hopen dat ze volgend jaar ook weer te bezoeken zijn’’, was een veelgehoorde opmerking.