De Raad van State heeft de vergunning voor de verplaatsing van een supermarkt in Mijdrecht vernietigd. Dat betekent dat gemeente De Ronde Venen een nieuw besluit moet nemen over de vergunningsaanvraag van Aldi.
De Aldi zat eerst in winkelcentrum Adelhof, maar besloot twee jaar geleden te verhuizen naar een industriegebied aan de andere kant van Mijdrecht. Tot woede van de eigenaar van het winkelcentrum, die achterbleef met een gat in zijn passage. Winkelcentrumeigenaar Alma Vastgoed besloot gemeente De Ronde Venen voor de rechter te slepen. Want volgens de vastgoedeigenaar had die nooit toestemming mogen geven voor een plek op het industrieterrein.
Volgens de hoogste bestuursrechter mag er wel een supermarkt op het industrieterrein zitten, maar heeft de gemeente niet de juiste procedure gevolgd bij de vergunningsaanvraag. In dit geval is gekozen voor een optie waarbij het nieuwe gebouw maar weinig mocht afwijken van het bestemmingsplan. En de Aldi is bij het bouwen van de supermarkt te veel afgeweken.
Officieel mocht de Aldi maar op drie meter afstand van de perceelgrens worden gebouwd. Dat is nu anderhalve meter. Een te grote afwijking, volgens de Raad van State. En dus moet de vergunningsaanvraag opnieuw. Als de gemeente dan kiest voor een andere procedure, waarbij je meer mag afwijken van het bestemmingsplan, zou het goed kunnen dat Aldi de vergunning toch weer krijgt.
Alma Vastgoed, de eigenaar van winkelcentrum Adelhof die de rechtzaak aanspande, kreeg alleen op dit punt gelijk. Alle andere bezwaren tegen de verhuizing van de Aldi zijn ongegrond verklaard. De Raad oordeelt dus dat het bestemmingsplan wel degelijk ruimte laat voor een supermarkt op het industrieterrein.
Volgens een woordvoerder van de Raad van State is de gemeente nu aan zet. Die moet opnieuw kijken naar de vergunningsaanvraag en vooral naar de procedure.
De Aldi aan de Ondernemingsweg in Mijdrecht blijft gewoon open, zegt een woordvoerder van de gemeente De Ronde Venen. De Raad van State wil dat het college een nieuw besluit neemt. Het college gaat nu bestuderen welke vervolgstappen genomen kunnen worden, aldus de woordvoerder.