Bij Zeilschool Vinkeveen wordt de hele week volop gezeild. Jonge deelnemers van het zeilkamp leren er de fijne kneepjes. "Vooral kennismaken met de zeilboot en plezier maken."
Tekst: RTV Utrecht
Elke ochtend staan zeilinstructeurs Julia en Juliëtte op om de ontbijttafel te dekken. Want voord er gezeild gaat worden, kan een goed ontbijt niet ontbreken voor de jonge deelnemers.
“Het wordt een heerlijk warme dag. De wind staat wat minder aan vandaag, maar we gaan er alsnog een hele leuke dag van maken met de kinderen”, zegt Julia. Misschien kan er vanmiddag een klein beetje gezeild worden, verwacht ze. "Maar niet het allerhardst wat we ooit hebben gezeild. Dat komt nog wel op andere dagen, denk ik.”
Collega Juliëtte legt uit wat het meest ideale weer is om te gaan zeilen. “Het ligt er natuurlijk een beetje aan wat voor bootje je hebt en wat je graag wil”, legt ze uit. “Over het algemeen wil je wel dat er windkracht 2 staat om een beetje iets te kunnen doen.”
Zeilen bijzetten
De jongste deelnemer is 7 jaar. “Kleine kinderen kunnen ook zeilen, maar die ga je natuurlijk niet hele ingewikkelde dingen leren. Vooral kennismaken met de zeilboot en plezier maken. Zodat ze later veel verder door kunnen gaan met het zeilen.” Juliëtte begon op haar 12e met zeilen. “Vanaf dat moment elk jaar fanatiek gezeild. Toen ben ik doorgegroeid als instructeur. De gezelligheid naast het zeilen maakt dat je hier blijft komen.”
Ook op dagen zonder stevige wind valt er volgens de zeilinstructeurs genoeg te oefenen op het water. Olle is een van de deelnemers van het zeilkamp en moet nog even zijn waterschoenen halen. “Zodat je je niet stoot op de boot”, legt hij uit. Daarna is hij klaar om het water op te gaan. Inmiddels heeft Olle het zeilen aardig onder de knie. “Gewoon de wind aanvoelen en veel oefenen en dan kan je het gewoon.”
Zo heeft Olle gisteren geleerd hoe een windroos werkt. “Dat geeft aan in welke richting je gaat varen en hoe je zeil dan moet staan”, legt de jonge zeiler uit. “Soms moet je je zeil strak houden, soms ook los. Ligt eraan welke kant je op gaat.” Waar kijkt hij het meest naar uit vandaag? “Eerst zeilen en daarna gaan we picknicken op een eiland.”