De gemeente De Ronde Venen behoort tot de 170 Nederlandse gemeenten die financieel voordeel ondervinden van de andere wijze waarop per 2015 de uitkering uit het Gemeentefonds wordt berekend. Een voorlopige berekening geeft aan dat De Ronde Venen ruim één miljoen euro meer per jaar van het Rijk ontvangt.
De uitkering uit het Gemeentefonds is de belangrijkste inkomstenbron voor de gemeente. In 2014 ontvangt De Ronde Venen 34 miljoen euro uit het fonds. De hoogte van het bedrag wordt berekend aan de hand van een groot aantal variabelen, zoals het aantal inwoners, oppervlakte van de gemeente, het aantal bijstandsgerechtigden en het aantal woningen.
Wethouder Pieter Palm (Financiën): ,,De inkomsten die we als gemeente van het Rijk ontvangen kenden deze bestuursperiode een grillig verloop. De aangekondigde herijking vormde voor ons een belangrijke onzekerheid. Dat we aan het eind van deze bestuursperiode deze onzekerheid kunnen verruilen voor een grote meevaller, is natuurlijk uitstekend nieuws voor onze gemeente en voor het nieuwe college.’’
Het Rijk is al een aantal jaren bezig een nieuwe systematiek voor de verdeling op te stellen. De uitkering uit het Gemeentefonds wordt regelmatig tegen het licht gehouden om ervoor te zorgen dat het bedrag dat gemeenten krijgen meer aansluit bij de kosten die ze ook daadwerkelijk maken De nieuwe verdeling wordt in twee fasen, in 2015 en 2016, doorgevoerd.
Het ministerie van Binnenlandse Zaken heeft recent een berekening gemaakt wat de eerste fase van de nieuwe verdeling van de financiën uit het Gemeentefonds precies voor gemeenten betekent. Hieruit blijkt dat De Ronde Venen een van de 170 'voordeelgemeenten' is, een gemeente die een hogere uitkering ontvangt dan nu het geval is. Uit de cijfers van Binnenlandse Zaken blijkt dat het voordeel voor de gemeente kan oplopen tot een bedrag van ruim één miljoen euro per jaar.
Wethouder Palm: ,,Hierbij moet wel de kanttekening worden geplaatst dat dit bedrag is gebaseerd op gegevens uit het jaar 2010. Het kan nog dat het met enige tonnen naar boven of beneden wordt bijgesteld. De verwachting is dat we eind mei, na de publicatie van de meicirculaire, met meer zekerheid over de hoogte van de uitkering kunnen spreken.’’