Eisen aan uiterlijk elektriciteitshuisjes
De gemeente wil meer grip krijgen op de verschijningsvorm van transformatorstations, gemalen en elektriciteitshuisjes. Het college van B en W wil daarom opdracht geven voor het maken van een beleid voor het uiterlijk van dit soort ‘kleine gebouwen van openbaar nut'.
Wie erop let, ziet overal in de dorpen en buitengebieden van De Ronde Venen elektriciteitsgebouwtjes, pompstations, transformatorhuisjes en dergelijke. Toch wordt aan het uiterlijk daarvan weinig aandacht besteed. De nutsbedrijven trekken dit soort bouwsels meestal op uit prefab elementen, wat eenvormigheid in de hand werkt. Functionaliteit is de norm.
Dat is op zich begrijpelijk, vindt het college. Maar waar de gemeente door middel van beeldkwaliteitplannen en welstandsnota's probeert een nieuwe woonwijk zo aantrekkelijk mogelijk in te richten, is er geen enkele regel voor transformatorhuisjes en aanverwante gebouwtjes. En die zijn ook bepalend voor het straatbeeld.
Voorheen besteedden nutsbedrijven wél aandacht aan de gebouwtjes die ze neerzetten en huurden soms zelfs een architect in voor een ontwerp. De watertoren aan de Industrieweg in Mijdrecht is een goed voorbeeld van hoe een ‘gebouw van openbaar nut' de omgeving van verfraaien.
Niet dat het college weer terug wil naar die tijd, maar het wil wel meer grip op het uiterlijk van dit soort gebouwen. Het is ervan overtuigd dat een nieuw beleid op dit punt de kwaliteit van de openbare ruimte ten goede komt.
De nieuwe beleidsregel ligt vanaf 8 april voor een periode van zes weken ter inzage in het gemeentehuis. Nadat de eventuele inspraakreacties zijn verwerkt, zal de beleidsregel ter vaststelling worden aangeboden aan de gemeenteraad.