Deel bewoners polders Mijdrecht moet verhuizen
Geplaatst op: 4 november 2008
Mijdrecht - De polder Groot Mijdrecht Noord wordt verdeeld in water, natuur en landbouw. De zes varianten waar eerder sprake van was, zijn allemaal van tafel.
Het voorstel van de Utrechtse gedeputeerde Joop Binnekamp is om in het noordwesten van de polder de landbouw te behouden. In de rest van de polder komt natuur en water. Hoe hoog het water gaat komen en hoeveel grond er beschikbaar is voor landbouw moet nog onderzocht worden. In het westelijk deel van de polder is landbouw tot uiterlijk 2050 mogelijk.
Hoewel Binnekamp zich nog niet wil uitlaten over de verdeling van de polder zei hij wel: ,,Als u zegt 70 procent landbouw en 30 procent water, dan zeg ik: het is eerder andersom.’’
Ongeveer honderd personen in het oostelijk deel van de polder, gelegen aan de kant van de Vinkeveense plassen, weten zeker dat ze op termijn weg moeten. Dit gedeelte van Groot Mijdrecht Noord blijft de reeds vastgestelde natuurbestemming behouden. De grond waarop 33 woningen staan, wordt onder water gezet.
Inwoners en anderen die bij de polder betrokken zijn en zich hebben verenigd in een reflectiegroep, zijn afgelopen vrijdag al geïnformeerd over het voorstel. Volgens Wavervener en agrariër Karel Compier is het doorstrepen van de strategie om van de hele polder een plas te maken ‘een stap vooruit’.
Eveneens van de reflectiegroep is Nico de Dood. Hij was in eerste instantie blij met het besluit om een streep te zetten door alle vorige opties en om in samenspraak met ondermeer de provincie de zevende variant in te kunnen vullen. De opmerking van Binnekamp over de verdeling landbouw en water verbaast hem echter. ,,Hij zei ons dat nog helemaal geen contouren zijn vastgesteld. Dus waarom dan niet 70 procent landbouw en 30 procent water,’’ reageert de Wavervener.
Over zes maanden moet helemaal duidelijk zijn hoe de grenzen in de polder tussen natuur, landbouw en water komen te liggen zodat medio 2009 het definitieve besluit over polder Groot Mijdrecht Noord genomen kan worden. Om tot dit besluit te komen wordt wederom de bodem van de polder onderzocht en vindt regelmatig overleg met de betrokkenen plaats.
Het voorstel van de Utrechtse gedeputeerde Joop Binnekamp is om in het noordwesten van de polder de landbouw te behouden. In de rest van de polder komt natuur en water. Hoe hoog het water gaat komen en hoeveel grond er beschikbaar is voor landbouw moet nog onderzocht worden. In het westelijk deel van de polder is landbouw tot uiterlijk 2050 mogelijk.
Hoewel Binnekamp zich nog niet wil uitlaten over de verdeling van de polder zei hij wel: ,,Als u zegt 70 procent landbouw en 30 procent water, dan zeg ik: het is eerder andersom.’’
Ongeveer honderd personen in het oostelijk deel van de polder, gelegen aan de kant van de Vinkeveense plassen, weten zeker dat ze op termijn weg moeten. Dit gedeelte van Groot Mijdrecht Noord blijft de reeds vastgestelde natuurbestemming behouden. De grond waarop 33 woningen staan, wordt onder water gezet.
Inwoners en anderen die bij de polder betrokken zijn en zich hebben verenigd in een reflectiegroep, zijn afgelopen vrijdag al geïnformeerd over het voorstel. Volgens Wavervener en agrariër Karel Compier is het doorstrepen van de strategie om van de hele polder een plas te maken ‘een stap vooruit’.
Eveneens van de reflectiegroep is Nico de Dood. Hij was in eerste instantie blij met het besluit om een streep te zetten door alle vorige opties en om in samenspraak met ondermeer de provincie de zevende variant in te kunnen vullen. De opmerking van Binnekamp over de verdeling landbouw en water verbaast hem echter. ,,Hij zei ons dat nog helemaal geen contouren zijn vastgesteld. Dus waarom dan niet 70 procent landbouw en 30 procent water,’’ reageert de Wavervener.
Over zes maanden moet helemaal duidelijk zijn hoe de grenzen in de polder tussen natuur, landbouw en water komen te liggen zodat medio 2009 het definitieve besluit over polder Groot Mijdrecht Noord genomen kan worden. Om tot dit besluit te komen wordt wederom de bodem van de polder onderzocht en vindt regelmatig overleg met de betrokkenen plaats.