Rampspoed komt altijd bij nacht
Marianne Burgman, burgemeester van De Ronde Venen, maakte het in 2003 in het echt mee, toen in de vroege ochtend van dinsdag 26 augustus de Ringdijk in Wilnis bezweek.
„Mensen denken dat een crisis onder werktijd gebeurt. Maar ik heb nog nooit een crisis meegemaakt die overdag begon. Op de een of andere manier gebeuren crises altijd ’s nachts of in het weekeinde.”
Twee jaar na de dijkdoorbraak in Wilnis beschreef Marianne Burgman in een interview hoe zij de ramp beleefde. Het interview staat in de bundel ’Als dat maar goed gaat. Bestuurlijke ervaringen met crises’. Het boek werd in 2005 uitgegeven door het Bestuurlijk Netwerk Crisisbeheersing, een clubje van burgemeesters die aan den lijve hebben ondervonden wat er gebeurt als de boel uit hand loopt.
In de bundel staan tal van persoonlijke interviews, zoals met Jan Mans, die burgemeester was van Enschede toen daar de vuurwerkfabriek explodeerde en Jan Haanstra, burgemeester ten tijde van de legionellaramp in Bovenkarspel.
Het was een bloedhete augustusnacht, rond half drie, toen op het nachtkastje van Marianne Burgman de gsm afging. De meldkamer van de politie meldde haar dat de dijk in Wilnis was verschoven en dat een woonwijk achter de dijk onder water stroomde. „Ik was al wakker omdat ik last had van een mug. Dat was een groot voordeel, want om die tijd wil je nog wel eens in je diepste slaap zijn.” Maar hoewel klaarwakker, geloofde ze eerst niet wat de agent uit de meldkamer haar vertelde. „Ik dacht: ’Wat een malloot, dat kan toch niet waar zijn’. Pas toen de man zijn boodschap herhaalde, werd het mij duidelijk dat het serieus was.”
Ruim vijf jaar later, terugblikkend op de turbulente weken die volgden op dat eerste telefoontje, zegt Burgman: „Ik ben na die overstroming, samen met de dijkgraaf, acht dagen 24 uur achtereen op het gemeentehuis bezig geweest met knopen leggen. Zo noem ik dat: knopen leggen, zorgen dat diensten en organisaties die niet gewend waren met elkaar samen te werken, met elkaar gingen communiceren. Voor die tijd hadden we als gemeente eigenlijk nooit contact met instanties als Rijkswaterstaat en Hoogheemraadschap. Dat is sindsdien veranderd. Nu oefenen we samen.”
Burgman is blij met de grootschalige overstromingsoefening van deze week. „We hebben het vaak over crisisbeheersing in Nederland. Maar een echte crisis heb je pas bij een grootschalige evacuatie. Dat is mijn grootste zorg. Ik heb na de overstroming in Wilnis vaak gedacht: we zijn er nu goed doorheen gekomen, maar wat was er gebeurd als de Hondsbossche Zeewering in Noord-Holland was bezweken, in plaats van de Ringdijk in Wilnis. Dan krijg je dus dat de hele bevolking van Noord-Holland over de A2 moet worden geëvacueerd. Hoe krijg ik mijn eigen inwoners dan nog de gemeente uit?”
Achteraf stelt Burgman vast dat bestuurders in de veiligheidsregio Utrecht – waartoe haar gemeente behoort – profijt hebben gehad van de ramp in Wilnis. „Het klinkt misschien gek, maar de overstroming kwam precies op het goede moment. We hebben in Wilnis geleerd hoe we zaken anders moeten regelen. Het lijkt allemaal zo eenvoudig, het opschalen van de hulpverlening, het managen van de informatie en communicatie, maar dat viel in de praktijk behoorlijk tegen. Hoe bereik je bijvoorbeeld zo snel mogelijk, zoveel mogelijk inwoners met het juiste bericht, als de elektriciteit is uitgevallen?”