Verplichte behandeling bedreiger gemeenteraadslid De Ronde Venen
Geplaatst op: 2 december 2005
Er heerste grote overeenstemming in de rechtszaal bij de behandeling van de zaak tegen de man die ervan verdacht werd op 2 maart van dit jaar een vrouwelijk gemeenteraadslid van de gemeente De Ronde Venen te hebben bedreigd.
De man gaf zelf ook toe woorden in de mond genomen te hebben als verkrachting. Over de bewijsbaarheid van de feiten werd dan ook niet gestreden. De vraag was wat een gepaste straf zou zijn. Alle partijen waren het er roerend over eens dat er op de eerste plaats hulp geboden moet worden. Het opbellen van vrouwen om hun stem te horen, en in dit geval een ernstige bedreiging te uiten, is geen geaccepteerd gedrag. Ook vroegen alle partijen, inclusief de verdachte, zich af waarom er niet eerder hulp was gezocht. ‘Als het kalf verdronken is, dempt men de put’, sprak de raadsvrouwe. De bedreiging aan het adres van het gemeenteraadslid is en blijft een ernstig strafbaar feit, dat de rechter classificeerde als ‘laag’. Kort na de bedreiging legde het slachtoffer haar functie als raadslid voor het CDA en fractievoorzitter neer.
Toch meende de officier – en de raadsvrouwe en rechter met hem – dat de verdachte al genoeg gestraft was door het voorarrest van 46 dagen en het verlies van de baan. Daarom legde de rechter conform de eis een gevangenisstraf op van 90 dagen, waarvan 44 voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar en reclasseringscontact. Als aparte bijzondere voorwaarde legde de rechter behandeling in De Waag op.
De vordering van de benadeelde partij, ruim 7600 euro voor gederfde inkomsten, werd door alle partijen als te ingewikkeld voor behandeling bij een strafzaak beoordeeld en verwezen naar de civiele rechter.
De man gaf zelf ook toe woorden in de mond genomen te hebben als verkrachting. Over de bewijsbaarheid van de feiten werd dan ook niet gestreden. De vraag was wat een gepaste straf zou zijn. Alle partijen waren het er roerend over eens dat er op de eerste plaats hulp geboden moet worden. Het opbellen van vrouwen om hun stem te horen, en in dit geval een ernstige bedreiging te uiten, is geen geaccepteerd gedrag. Ook vroegen alle partijen, inclusief de verdachte, zich af waarom er niet eerder hulp was gezocht. ‘Als het kalf verdronken is, dempt men de put’, sprak de raadsvrouwe. De bedreiging aan het adres van het gemeenteraadslid is en blijft een ernstig strafbaar feit, dat de rechter classificeerde als ‘laag’. Kort na de bedreiging legde het slachtoffer haar functie als raadslid voor het CDA en fractievoorzitter neer.
Toch meende de officier – en de raadsvrouwe en rechter met hem – dat de verdachte al genoeg gestraft was door het voorarrest van 46 dagen en het verlies van de baan. Daarom legde de rechter conform de eis een gevangenisstraf op van 90 dagen, waarvan 44 voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar en reclasseringscontact. Als aparte bijzondere voorwaarde legde de rechter behandeling in De Waag op.
De vordering van de benadeelde partij, ruim 7600 euro voor gederfde inkomsten, werd door alle partijen als te ingewikkeld voor behandeling bij een strafzaak beoordeeld en verwezen naar de civiele rechter.