De voorjaarsuitvoering van de toneel vereniging "De Opregte Amateur" was een stuk met een langzaam maar gestaag stijgende adrenalinespiegel voor spelers en toeschouwers. De kracht van het door Jos Schepers geschreven spel lag vooral in het gebruik van soms hilarische one-liners, maar kende ook een verhaalopbouw met verrassende wendingen door de vele dubbele bodems.
In het eerste bedrijf maakten de toeschouwers kennis met een arrestanten centrum, waar het aanvankelijk rustig aan toe gaat. De crimineel Wesley Kamp (Harry Bakker, die dit soort rollen heerlijk uit kan spelen) wil niet zeggen waar de buit van zijn laatste kraak is verstopt, er komt een nieuwe schoonmaakster (Suzan Duivenvoorde) en de enige commotie lijkt te komen van twee bewakers, die er compleet andere opvattingen over de juiste manier van werken op na houden (Ronald Wieman en Patricia Spruit). De directeur (Winfried Achterberg) kan alles nog met rustige hand in goede banen leiden. Maar als de rechercheurs als zogenaamde psycholoog (Patrick de Graaf) en verleidelijke studente journalistiek (Bianca Kempers) via trucs proberen er achter te komen, waar de verdachte Kamp het geld verborgen heeft, terwijl zijn vriendin (Belinda Wahlen) met behulp van hypnose een ontsnapping tracht te arrangeren, stijgt de hartslag en bloeddruk van de directeur al aanzienlijk. Als dan ook nog de beide bewakers elkaar steeds heftiger in de haren vliegen, de hypnose tot gevolg heeft dat de schoonmaakster verliefd wordt op Tom, de man van de technische dienst (Peter van Kempen), de recherche nog een undercover agent inzet als dronken voorzitster van het plaatselijke damescomité (Annet van der Meer) en er aangekondigd wordt dat koning Willem-Alexander op Koningsdag een onverwacht bezoek aan het centrum gaat brengen, loopt de spanning op tot het kookpunt. Gevallen voor de charmes van de studente, verraad de verdachte dan toch de bergplaats van de buit, en als de hypnose is uitgewerkt, vinden de technische man en de schoonmaakster elkaar toch wel aardig. In het slotakkoord volgt dan nog de ultieme wraak van de bewaakster op de pesterijen van haar collega en kan de koning veilig op bezoek komen.
De toeschouwers van de zaterdaguitvoering werden nog getrakteerd op een fraai staaltje improvisatie. De deuren van het arrestantencomplex waren voorzien van deurontgrendelaars met zoemers en zwaailichten (een prima staaltje techniek van Jerry Koeleman), maar toen een deur wat al te enthousiast werd dichtgedaan viel een van de zwaailichten omlaag en bleef aan een draadje bengelen. IJskoud kwam daarop Tom als man van de technische dienst binnen met zijn gereedschapskist en repareerde het euvel ter plekke alsof dat gewoon deel uitmaakte van het script. Dat was toch iets wat onder leiding van regisseuse Tiny Pieterse nog nooit was geoefend... Het publiek kon dit wel waarderen en had er een open doekje voor over. Ook in de als altijd gezellige borrel na afloop was dit een veel voorkomend onderwerp van de gesprekken. Kortom: het was weer een geslaagde avond.