De gemeente De Ronde Venen heeft recent de huidige stand van het participatiebeleid met de raad gedeeld. Op papier stonden er mooie ambities: meer transparantie, inclusie, maatwerk en vroege betrokkenheid van inwoners. Maar volgens Lokaal en Fair (LEF) wringt het juist daar waar het beleid in praktijk gebracht moet worden. “Het blijft te vaak bij goede bedoelingen, zonder dat inwoners daadwerkelijk invloed ervaren,” stelt fractievoorzitter Simone Borgstede. LEF heeft daarom het onderwerp inwonersparticipatie voor de commissievergadering van woensdag 9 april op de agenda gezet. De partij vindt dat het er op dit vlak niet goed voor staat en wil terug naar een participatiecultuur die draait om wederkerigheid: niet alleen zenden, maar ook ontvangen.
Wederkerig beleid
“Het huidige participatiebeleid wordt als een lijstje afgewerkt,” zegt Borgstede. “Er wordt gesproken over samenwerken en luisteren, maar in de praktijk blijkt dit erg tegen te vallen. Sinds de laatste verkiezingen stond inwonersparticipatie hoog op de agenda, maar als dit beleid de invulling is van die belofte, dan moeten we helaas constateren dat de huidige wethouder geen indruk maakt.”
Raadslid Youp de Haas benadrukt dat participatie tweerichtingsverkeer moet zijn. “In de praktijk betekent het nu vaak: wij zenden, jullie mogen luisteren. Maar participatie draait om dialoog, om openstaan voor andere perspectieven, om bereid zijn plannen bij te stellen. Dat vraagt om een houding waarin je elkaar serieus neemt en belangen wederzijds probeert te begrijpen.”
Volgens LEF schort het daar op dit moment aan. De Haas wijst op recente voorbeelden. “Tijdens de inloopavond over woningbouw in De Hoef werden inwoners geconfronteerd met borden vol mooie plaatjes, maar was er nauwelijks ruimte voor een inhoudelijk gesprek. Daarnaast werden in Waverveen de inwoners pas betrokken bij de plannen voor bedrijventerrein De Bocht toen de besluiten al bijna vastlagen. De informatieavonden waren rommelig en er was veel onduidelijkheid over de plannen van de vele betrokken instanties. Zo verstrooi je de betrokkenen en ondermijn je het vertrouwen van inwoners.”
Het participatiebeleid stelt wel dat mensen die direct geraakt worden, meer zeggenschap moeten hebben. “Maar als die betrokkenheid pas op het laatste moment wordt gezocht, is dat een hol principe,” vindt Borgstede. “Inwoners moeten vanaf het begin kunnen meepraten, niet pas als alles al vastligt.”
Voor LEF is het helder wat er anders moet. Borgstede: “De gemeente moet niet alleen communiceren, maar ook echt luisteren. Dat betekent: vanaf het eerste moment inwoners betrekken, openstaan voor alternatieven en helder zijn over wat er met de input gebeurt. Geen schijnparticipatie, maar een proces waarin je samenwerkt.” De Haas: “We moeten het de inwoners makkelijker maken om te weten in welke fase beleidsplannen zich bevinden, zodat zij zich kunnen inlezen en kunnen participeren. Het is aan de gemeente om deze wederkerigheid te faciliteren.”
Terug naar de kern
LEF pleit er bovendien voor om terug te keren naar het oorspronkelijke kernenbeleid van De Ronde Venen, waarbij maatwerk per dorp centraal stond. “Participatie werkt het beste als het dicht bij de mensen georganiseerd wordt,” zegt De Haas. “Onze gemeente bestaat uit dorpen met een sterke identiteit en betrokken gemeenschappen. Daar moeten we op bouwen, niet alles vanuit één centraal model proberen te regelen.”
Het vroegere kernenbeleid gaf ruimte voor die lokale aanpak: directe lijnen en inwoners die echt zeggenschap hadden. “Misschien wordt het tijd dat we die gedachte opnieuw omarmen,” aldus De Haas. “Als je inwoners serieus betrekt, geef je niet alleen vertrouwen, maar krijg je het ook terug.”
